Vakmanschap

achtergrond | 29/11/2016 | 7 minuten leestijd | en

Scheren

Het basismateriaal voor het maken van de meeste vloerkleden is schapenwol. De schapen worden tweemaal per jaar, in de lente en op het einde van de zomer, door een ervaren schapenhoeder geschoren met een handschaar of een speciale tondeuze. Meestal zijn het nomaden die enorm grote kudden schapen hoeden. Schapen die voornamelijk worden gehouden voor hun zachte, kostbare vacht.

Het natuurlijke vetgehalte in de Perzische wolsoort maakt ze erg vuil- en vochtwerend. De wol heeft van nature een mooie glans. Er zijn duizenden schapenrassen ter wereld met allen andere woleigenschappen. Dit soort schapen wordt tapijtschapen genoemd en de kwaliteitswol draagt ertoe bij dat de tapijten zeer duurzaam zijn.

Bewerken van de wol

Sorteren, wassen, drogen, kaarden, spinnen en twijnen zijn alle stappen die de wol moet ondergaan om te kunnen dienen als afgewerkt garen voor het tapijt of vloerkleed. Eerst moet de wol worden gesorteerd en ingedeeld in categorieën. Wol van een ooi, lam of schaap mag niet worden samengevoegd in een streng garens.

Na het sorteren wordt de wol gewassen en beslagen met stokken. Dit doet men om de wol schoon te maken. De wol wordt vervolgens in de zon te drogen gelegd op oeverranden of in velden.

Daarna is de wol klaar voor het kaarden. Met een chubug (of lange stok) wordt de wol nogmaals beslagen en gaan de vrouwen de vezels ontwarren en de laatste vuilrestjes verwijderen. Dit doen ze met behulp van kaardenborstels.

Spinnen en twijnen

Na het kaarden is de wol klaar voor het spinnen. De vrouwen doen dit manueel met behulp van eeuwenoude werktuigen. Enerzijds een spintol en anderzijds een geavanceerder spinnewiel. Een spintol vereist zeer veel kunde, gevoel en precisie van de spinster. Daar de vezel door de handen van de spinster tegelijkertijd getrokken, gedraaid en gewonden moet worden rond de draaipen. De gevolgen van een slecht gesponnen garen zijn dat ze kwetsbaarder zijn, sneller breken en dat het pigment oneffen verdeeld wordt bij het verven. Zwakke garens zijn totaal onbruikbaar voor het spannen van de kettingdraden op het weefgetouw, die als basis dienen voor het tapijt.

Een spinnewiel is een moderner en misschien ook efficiënter werktuig uit de steden en knoopateliers. Na het spinnen worden de garens soms samengevoegd tot een sterker geheel. Het samenvoegen van de vezels heet twijnen.

Schetsen

Schetsen, calculeren, verven en voorbereiden van een weefgetouw zijn ook cruciale stappen in het productieproces. Bij ieder nieuw tapijtontwerp dient er een knoopplan gemaakt te worden als leidraad voor de wevers. De ontwerptekening wordt door een meesterschetser op millimeterpapier getekend en ingekleurd. Dit vereist heel erg veel kunde en precisie. Soms worden er codes en nummeringen aan de patronen toegekend zodat de wevers deze volgens de legende kunnen interpreteren.

Calculatie

Een correcte prijsraming is belangrijk en daarom worden er in moderne weverijen digitale grondstof- en materiaalcalculaties gedaan, voorafgaand aan het knoopproces. Dit met de bedoeling een zicht te krijgen op de uiteindelijke productiekosten en om verliezen te beperken. Nadat de schets is afgewerkt en er bepaald is hoeveel kilogram materie er nodig is om het tapijt af te werken, worden al deze gegevens verzameld en naar de verfmeester gebracht.

Verven

Het verven van garens is een minutieus en ingewikkeld proces die de nodige ervaring en vaardigheid vereist. Eerst worden er een aantal strengen in een labo gekleurd en probeert de verfmeester de referentiekleur zo goed mogelijk te benaderen. Het labo staat vol met potjes, koperen pannetjes, kleurrijke schaaltjes met exotische pigmentpoeders en verscheidene weegschalen.

Als de ideale formule bekomen is, worden de volledige strengen wol of zijde in grote kookpotten gedaan. Door toevoeging van een bijtmiddel worden de kleuren gefixeerd. Veelgebruikte fixeermiddelen zijn aluin, ijzer, chroom en tin. De kleurvastheid hangt hier van af.

Weefgetouw

Er zijn twee basissoorten getouwen. Een horizontaal en een verticaal weefgetouw. De horizontale getouwen worden voornamelijk gebruikt door nomaden en door lokale wevers, en zijn eenvoudiger in opzet. Om het getouw op zijn plaats te houden rust het op grote haringen die in de grond geslagen worden. Van de verticale getouwen zijn er vele soorten, gaande van eenvoudige tot ingewikkelde machines.

Bij het meest eenvoudige type verticaal weefgetouw zit de wever op een plank die, naarmate het tapijt vordert, naar boven schuift. Bij dit type getouw is het tapijt meestal even lang als het getouw hoog is. Dit is een grote beperking en wordt opgelost door het weefgetouw uit te breiden met een aantal opties.

De eerste is het getouw met een beweegbare ketting. Hierbij is er een ononderbroken lus van kettingdraden die, naarmate het tapijt vordert, zakt onder de onderste boom en achteraan het getouw terug omhoog komt. Met dit type systeem is het dus mogelijk om het tapijt maximaal tweemaal zo lang te maken als het getouw hoog is. Goed voor de meeste tapijten maar toch een beperking voor de lange formaten.

Een nog geavanceerder systeem is het getouw met een rollende boom. Naarmate het weven vordert, wordt het tapijt onder de onderste boom opgerold. Nu is het dus mogelijk om extra lange formaten te knopen. Meestal werken er meerdere wevers tegelijk, op een rij, aan het tapijt.

Knopen of weven

Bij de ateliertapijten of de tapijten op maat, is deel van het voorbereidende werk ook dat de weverij wevers moet aannemen om het tapijt te realiseren. Sommige ateliers hebben vaste wevers in dienst en andere werken in onderaanneming.

Niet alle weverijen werken met vaste wevers. Sommige meesterwevers hebben hun specifieke specialiteit en voorwaarden, en verhuren hun diensten aan de ateliers.

Van zodra het weefgetouw bezet wordt kan het knoopproces beginnen. De wevers beginnen onderaan het getouw en werken gestaag omhoog. Ze lezen het plan knoop per knoop af en werken aan een razendsnel tempo door. Daarbij gebruiken ze drie eenvoudige werktuigen: de kam, de schaar en het mes met haak. Met de kam slaan ze de knopen na iedere rij vast. Met de schaar knippen ze de pool kort. Met het mes haken ze eerst rond de kettingdraden of het garen, en snijden ze dan de knoop snel af. Zo gaat het aan een hoog tempo verder, totdat het tapijt volledig is afgewerkt.

Het jaar nul

Op het moment dat het tapijt kan losgesneden worden van het weefgetouw zit het zwaarste en meest complexe werk er eindelijk op. De wevers hebben het beste van zichzelf gegeven en zijn trots op het werk dat ze hebben gerealiseerd. Het is iedere keer voelbaar dat iedere betrokkene in het proces geduldig naar dit moment heeft toegeleefd. Het moment waarop de kettingdraden worden doorgesneden is dan ook het moment dat het tapijt geboren wordt. Er zitten nu losse eindjes aan het tapijt die mooi moeten afgewerkt worden. Dit gebeurt doordat de wevers er een kelimzoom aan maken.

Wassen

Dit proces verschilt van regio tot regio maar de werkwijze is dezelfde. Het tapijt wordt volledig ondergedompeld in bassins met zuiver regenwater of in stromend rivierwater. Dit is een eerste test of de kleuren goed gefixeerd zijn. Door de kleden op deze manier te wassen worden ze ontdaan van alle vuil en stofresten. Vervolgens worden de kleden vlak uitgelegd en wordt er met een soort grote rakels overheen geschuurd.

Dit zorgt ervoor dat het water goed in, en doorheen, de vezel kan dringen. Dit proces zorgt er ook voor dat de vezels terug soepel worden en het tapijt een mooie glans krijgt. Na het bad worden de tapijten in de zon te drogen gelegd.

Spannen

Na de wassing krimpen de garens een beetje waardoor de tapijten hun vorm kunnen verliezen. Als de tapijten droog zijn worden ze geïnspecteerd en volledig vlak gelegd. Dan worden de tapijten opgespannen op spanramen. Hierdoor komt alles weer mooi recht op zijn plaats.

Afwerken

De laatste fase na het spannen is de kwaliteitscontrole en de afwerking. Indien vereist worden de kleden nog gecarved, getrimd, geschoren of afgeboord. De tapijten op maat worden ook nog eens gewogen en ingepakt voor verzending.

Carven van het tapijt: het beaccentueren van de contourlijnen en uitsnijden van patronen met een handschaar. Zeer minutieus werk dat veel tijd vraagt maar met als doel een prachtig eindresultaat en meer contrast of diepte in het vloerkleed.

Afboorden van het tapijt als finishing touch.

Verantwoorde productietijden

Wij hopen hiermee te hebben aangetoond hoeveel werk en voorbereiding het vergt om van schaap tot tapijt te komen. Van grondstof tot afgewerkt product. De totale productietijd van A tot Z varieert van tapijt tot tapijt en hangt af van de knoopdichtheid, de complexiteit van het dessin, de weefmethode en het basismateriaal (wol of zijde).

Gemiddeld wordt een tapijt van zes vierkante meter (300x200cm) afgewerkt in 2,5 tot 6,5 maand. Daarenboven willen we de lokale wevers niet ontieglijk veel druk opleggen door snelle productietijden te eisen en ze te forceren in onethische werkomstandigheden.